Etappe 16: Braamt - Millingen aan de Rijn (24 kilometer)

Gepubliceerd op 28 mei 2022 om 22:57

Vandaag lopen we de derde en laatste etappe in dit Hemelvaartsweekend. We staan vroeg op omdat het een lange etappe is, met het OV terugreizen naar de auto vandaag anderhalf uur tijd kost en we vanavond ook nog terug naar huis moeten rijden. Zo zitten we dus al om 8:00 uur aan een heerlijk Duits ontbijt in het knusse stadshotel Am Pan in Emmerich am Rhein. Daarna rijden we in een kwartiertje naar Braamt. We lezen nog dat het een echt katholiek dorpje is van zo'n 1.000 inwoners met een schutterij, fanfare, jaarlijkse kermis en een carnavalsvereniging. We parkeren de auto in het dorp dat we om 8:45 uur achter ons laten.

 

Het belooft een mooie en afwisselende etappe te worden met ook verschillende bezienswaardigheden, te beginnen een tocht van 10 kilometer door het Bergherbos, onderdeel van het heuvelachtige Montferland.


Het is een heerlijke, rustige zaterdagmorgen, de eerste anderhalf uur vliegen voorbij. In het bos merk je de afstand niet. Het is een bijzondere hoek van het land waar we zelf eigenlijk nog nauwelijks geweest zijn. Het ligt tegen Duitsland aan waarbij de grens (op het oog) heel wispelturig verloopt. In het bos kruisen we de zogenaamde Boterweg. Een breed zandpad dat vroeger een belangrijke handelsweg was tussen Zevenaar, 's-Heerenberg en Emmerich. Boter en zuivel uit Beek werd verhandeld op de markt in Emmerich. Door grenswijzigingen en de aanleg van de A12 (in Duitsland Autobahn 3) is de Boterweg nu een stille boslaan. Op de kruising is een 104 treden hoge houten uitzichttoren gebouwd. Bovenop hebben we een mooi uitzicht over de weide omgeving, we zien Emmerich, Nijmegen en Zutphen.


Na het beklimmen van de toren komen we verderop bij het viaduct over de snelweg, dat hier de grens met Duitsland vormt. Bij de grenspaal staat dat de weg in de oorlog al gewenst was, volgens de plaatselijke bevolking als vluchtroute. Uiteindelijk werd dit deel als verbinding met Duitsland pas in 1965 opgeleverd. In de volksmond heet het nog steeds het 'Hazenpad'. In Duitsland lopen we over het erf van een boerderij waar asperges worden verbouwd. Erg leuk om het oogsten daarvan een keer van dichtbij te bekijken. Wel enorm zwaar werk!


Rond 12:00 uur komen we aan in Hoch Elten. Een dorpje dat door grenscorrecties na de Tweede Wereldoorlog vanaf 1949 tijdelijk bij Nederland hoorde, maar in 1963 weer Duits werd. Ze kennen hier de  Eltense Butternacht: op 31 juli 1963 stond het dorp helemaal vol met vrachtwagens vol melk, boter, thee en koffie. De volgende dag, nadat Elten weer Duits was geworden, vertrokken ze weer. Op die manier werden eenmalig massaal invoerrechten bespaard. Het dorp ligt 80 meter hoog op de Eltenerberg. De dorpskerk blijken we tot aan het eind van de wandeling vanuit de uiterwaarden bij de Rijn te kunnen blijven zien.

 

Tegenover de kerk is de Drususbron, meer dan 1000 jaar oud en genoemd naar de Romeinse veldheer Drusus. Hier lag een legerplaats ter bewaking van de noordgrens van het Romeinse rijk. De put is 57 meter diep en leverde tot 1931 water aan de inwoners van het dorp. 


Langs een stijl bospad dalen we af van de Eltenerberg en van het ene op het andere moment is het gedaan met het bos. De gids beschrijft ook dat 'de landschappelijke overgang hier wel groot is'. Over een asfaltweg die de grens tussen Nederland en Duitsland vormt lopen we naar Spijk, een Nederlands dorp in een uithoek van Nederland boven de Rijn. Het is echt een oer-Hollands tafereel wat we zien als we in de buurt van het dorp komen: blauwe lucht, groene weilanden, in de wind ruisende bomen, koeien en schattige huisjes met rode daken. Spijk is een klein dorp met 700 inwoners dat vroeger draaide op één van de vele steenfabrieken in deze regio. Praktisch het hele dorp werkte dus ook bij de steenfabriek. Het dorp is vriendelijk voor Pieterpadwandelaars: je kunt drinkwater tappen en de trap tegen de Rijndijk op is comfortabel aangelegd.


De laatste 10 kilometer van deze etappe is totaal anders dan de eerste 10 kilometer. We lopen eerst een paar kilomer over de dijk langs de uiterwaarden van de Rijn, tussen Spijk en Tolkamer en Lobith. Tolkamer was vroeger een druk douanedorp, waar schepen invoerrechten betaalden. Sinds het wegvallen van de Europese binnengrenzen is dit verdwenen en leeft het dorp van toerisme: het douanekantoor uit 1905 is nu een hotel. De kleine kern heeft nog steeds een aparte uitstraling. Behalve de cafe's en de winkelpanden (waar wachtende schippers hun tijd doorbrachten) wijzen ook de deftige huizen en ambtenarenwoningen op de speciale functie die Tolkamer had.

 

In de loop van de achterliggende 300 jaar is de rivierenloop ook behoorlijk veranderd. Dat betekent dat de Rijn eigenlijk overgaat in het Bijlands Kanaal en daarna in de Waal en splitst naar het Pannerdens Kanaal en daarna overgaat in Nederrijn. Ook over het debiet hebben we veel geleerd vandaag: de hoeveelheid water dat per seconde door de rivieren wordt afgevoerd. In Tolkamer is dit gemiddeld 2.300 m3 per seconde. De dijken zijn na 1995 bestand tegen 16.000 m3 per seconde, de hoogste waarde ooit gemeten is 12.600 m3 per seconde. De afvoer van de Maas, die bij Eijsden Nederland binnenkomt, ligt veel lager, gemiddeld 230 m3 per seconde. Door de rivierendelta in Nederland verandert de Rijn na binnenkomst in Nederland van een vrij snel stromende middelgebergte-rivier in een laaglandrivier. De stroomsnelheid neemt sterk af en de rivier gaat meanderen.


Na Tolkamer lopen we om de aangelegde vluchthaven heen waar veel binnenvaartschepen liggen. Op de achtergrond de 'skyline' van Tolkamer met hijskranen van de steenfabrieken en de werf. Daarna gaat de route dwars door de uiterwaarden verder. Deze afwisseling is erg leuk, vooral deze etappe valt het ons op: bospaden, asfaltwegen, dorpsstraatjes, dijken en nu dus ook nog een stuk door de uiterwaarden. Onderweg komen we langs het drenkelingenkerkhof waar zeven neergeschoten RAF-militairen liggen begraven en een onbekende, aangespoelde Canadees, 'known unto God'. De toelichtingen bij de graven zijn waardevol om te lezen, ze brengen de verhalen achter de graven tot leven. Op een bankje met uitzicht op de Rijn rusten we voor het eerst deze etappe even een kwartiertje uit. De grazende koeien hebben geen haast en trekken langszaam aan ons voorbij, net als de de schepen en het altijd stromende water.


Om 15:00 uur komen we aan bij het fiets- en voetveer naar Millingen aan de Rijn (dat dus eigenlijk niet aan de Rijn, maar aan het Bijlands Kanaal ligt). De pont gaat één keer per uur en we hebben gepland om de afvaart van 15:00 uur te halen. Voor € 1,50 (ook hier inflatie...) varen we met de wind door de haren naar de overkant, samen met een grote groep fietsers en mede Pieterpad-ters. Een deel daarvan waren we al meerdere keren tegengekomen vandaag, omdat iedereen elkaar steeds inhaalt afhankelijk van waar je je rustplaatsen kiest of benut.

 

Met deze etappe van vandaag zijn we dus 'onder de grote rivieren' beland en volgens de gids gaan we dat op verschillende manieren merken. We zijn benieuwd! We hebben geen tijd meer om Millingen te bekijken, we stappen direct in de bus naar Nijmegen om te gaan eten met onze Amerika-maatjes (schoon)zus en zwager Gerry & Hein. Bij Loetje Nijmegen eten we heerlijk (o.a. aspergesoep :-) en gezellig met elkaar, na een prachtige wandeldag (en eigenlijk drie heerlijke wandeldagen). Daarna pakken we de trein naar Arnhem en Doetinchem, waar de bus naar Braamt helaas niet op komt dagen. De kleine 5 kilometer daarnaartoe zien we lopend niet meer zitten, dus komt er een taxi aan te pas. Om 21:30 uur zijn we weer lekker en veilig thuis. In juli hopen we de draad bij etappe 17 weer op te pakken.


Ons eindpunt van vandaag:

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.